224 29 Juli 1899. De heer Van Hal meent zijne medeleden te moeten waarschuwen tegen het aannemen van het voorstel van den heer Slechtriem. De onderbrandmeesters hebben herhaal delijk getoond de rechte mannen op de rechte plaats te zijnen reeds lang was het voor hen eene groote grief dat ze niet telefonisch konden gewaarschuwd worden. De kleine vergoeding, welke de gemeente hun nu wil toekennen, weegt ruimschoots op tegen de offervaardigheid door hen steeds aan den dag gelegd. Het voorstel van burgemeester en wethouders om de onderbrandmeesters telefonisch aan te sluiten en in verband daarmede de verordening op de brandweer te wijzigen, welk voorstel in extenso is opgenomen in de raadsnotulen van 20 Mei 1899, wordt alsnu in stemming gebracht en aangenomen met 14 tegen 2 stemmen. Vóór stemden de heeren Bloemarts Staal Rees Sassen Rombouts Van Hal Scheltus Reigersman Teychiné, Verschraage, IngenHousz Heijlaerts, Van Dam en de voorzitter. Tegen waren de heeren Slechtriem en Lijdsman. 9. Ontwerp besluit met memorie van toelichtingstrek kende ombehoudens goedkeuring van de gedeputeerde staten in Noord-Brabantte brengen ten laste van hoofd stuk VIII, art. 1 der begrooting van uitgaven dienst 1899, een bedrag van 62,50, wegens kosten van aankoop van een gouden horloge ten behoeve van J. M. Vlaminkx alhier, bij gelegenheid van zijn gouden jubilé als brandgast. Zonder bedenking wordt bedoeld ontwerp-besluit goedgekeurd. 10. Ontwerpen van de navolgende belastingverordeningen, welke van rechtswege met 1 Januari 1900 vervallen en op nieuw moeten worden vastgesteld, als:

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1899 | | pagina 224