230 29 Juli 1899. baar onderwijs ter fine van prae-advies. Spreker acht de zaak thans nog niet rijp voor discussie. De voorzitter zegt, dat door de commissie aan bur gemeester en wethouders het verzoek is gedaan om door het maken van parallelklassen in de behoefte te voorzien. Aan vankelijk zal daardoor geene uitbreiding van personeel behoeven plaats te hebben, doch enkel aan sommige leeraren meerdere lesuren opgedragen moeten worden. De heer Scheltus geeft in overweging deze adressen on middellijk in behandeling te nemen. Tal van ouders, meenende, dat de toelating, evenals vroeger, zonder bezwaar zou kunnen plaats hebben, hebben hunne kinderen aan het toelatings examen laten deelnemen, en zijn thans, door de mededeeling, dat voor die kinderen geene plaatsen beschikbaar zijn, in moeielijke omstandigheden geraakt. De tijd dringt, om naar eene andere gelegenheid tot voortzetting hunner studiën om te zien, voor het geval de toelating dier leerlingen niet kan plaats hebben. Een nader rapport van de commissie van toezicht op het middelbaar onderwijs zal geene andere uitkomsten geven, dan die, welke vervat zijn in het thans reeds door haar aan burgemeester en wethouders ingediend voorstel. Bovendien wordt in het reglement van orde de maand Augustus niet genoemd, waarin eene vergadering van den raad moet plaats hebben, zoodat de mogelijkheid niet is uitgesloten, dat de beslissing, bij eventueel uitstel, eerst in de maand September zal kunnen genomen worden, alzoo op een tijdstip, dat de lessen aan de hoogere burgerschool reeds zijn aangevangen. Behalve dat deze beslissing voor de respectieve ouders te laat is, zal zij ook eene stagnatie in den geregelden gang der lessen aan de hoogere burgerschool veroorzaken. De rooster van werkzaamheden is nog niet opgemaakt kunnen worden, omdat daarmede gewacht wordt, totdat de beslissing op het verzoek van adressanten zal bekend zijn.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1899 | | pagina 230