236 29 Juli 1899. 20. Schrijven van den minister van binnenlandsche zaken, d.d. 27 Juli 1899, n°. 4123, houdende mededeeling, dat het besluit van den raad dezer gemeente d.d. 8 Juli 1899, waarbij H. C. J. Eenhorst thans tijdelijk leeraar in de oude talen aan het gymnasium met ingang van 1 Septem ber 1899 definitief als zoodanig benoemd iswordt goed gekeurd. De voorzitter stelt voor dit schrijven voor kennis geving aan te nemen. Waartoe besloten wordt. 21. Ontwerp-besluit tot vaststelling van den pensioens grondslag van den heer H. C. J. Eenhorst leeraar in de oude talen aan het gymnasium alhier, luidende als volgt: »De raad der gemeente Breda »Gelet op zijn besluit van den 8. Juli 1899, goedgekeurd sbij beschikking van den minister van binnenlandsche zaken »van den 27. Juli 1899, n°. 4123 O, waarbij de heer H. C. »J. Eenhorst, met ingang van 1 September 1899 definitief »is benoemd tot leeraar in de oude talen aan het gymna- »sium alhier; «Gezien art. 13 der wet van den 9. Mei 1890, Stbl. n°. »78tot regeling van de pensioenen der burgerlijke ambte snaren hbesluit sden grondslag voor de berekening van de bijdrage voor spensioen van den heer H. C. J. Eeniiorst voornoemd vast ste stellen op de som van twee duizend gulden. sAfschrift van dit besluit zal in tweevoud gezonden worden saan de gedeputeerde staten in Noord-Brabant». Zonder bedenking wordt bedoeld ontwerp-besluit goedgekeurd. 22. Brochure getiteld «Zou het Hoogeland hierin niet kunnen voorzien Of bedelarij en landlooperij en wat daar-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1899 | | pagina 236