21 Janurai 1899, 23 Spreker doet derhalve het volgend voorstel Zoowel op het gymnasium als op de hoogere burgerschool »zullen voortaan ook vrouwelijke leerlingen worden toegelaten, »voor zoover hierdoor niet ontstaat de noodzakelijkheid tot »het maken van parallelklassen. De heer Rombouts wijst erop, dat, behalve de zorg voor de stoffelijke belangen der ingezetenen, de raad tevens de hoogere taak te vervullen heeft, verordeningen in het leven te roepen, die in het belang der openbare orde, zedelijkheid en gezondheid vereischt worden. Een Fransch spreekwoord zegt: »Gouverner c'est prévoir.cc Wanneer, vraagt spreker, zal dat prévoir meer noodzakelijk zijn dan daar, waar sprake is van de opvoeding der jeugd. Hier zal niet alleen moeten geweerd worden wat absoluut slecht is, doch ook datgene wat gevaar kan opleveren voor de zeden. Nu zal men toch niet kunnen ontkennen, dat het te familiaar verkeer, hetgeen de school uit zichzelve medebrengt, schadelijk zal kunnen zijn ten opzichte der zedelijkheid, door op den leeftijd, dat de hartstochten bij velen hevig woeden, jongens en meisjes op dezelfde school banken te doen plaats nemen. Het is niet voorzichtig vuur en stroo bij elkander te brengen. Zich vereenigende met het advies van curatoren van het gymnasium en met de minderheid van de commissie van toezicht op de hoogere burgerschool, zal spreker derhalve stemmen tegen het toelaten van meisjes op een der beide inrichtingen. Wil men absoluut, dat meisjes dezelfde mate van kennis kunnen verkrijgen, dan, zegt spreker, is Nederland nog rijk genoeg om dat tot stand te brengenzonder dat daartoe de zeden behoeven in gevaar gebracht te worden. Waar de gemeenten rijk genoeg zijn, heeft men reeds hoogere burger scholen voor meisjes. Misschien zoude het, veel invloed hebbende, niet veel moeite kosten de hoogere burgerschool te Zalt-Bommeldie bijna evenveel leeraren als leerlingen telt, naar hier over te plaatsen als hoogere burgerschool

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1899 | | pagina 23