242 19 augustus 1899. zijne rechtverkrijgenden ten kantore en tegen kwi tantie van den gemeente-ontvanger, per jaar, bij vooruitbetaling, zal worden betaald eene som van vijf gulden, en zulks voor het eerst op 2 Januari 1900, op welken dag de vergunning ingaat; dat de concessionaris, zoo noodig, verplicht is tusschen en langs de door hem op den weg van Dorst naar Seters te leggen rails, voor wat betreft eene lengte van 5 M. vóór het inrijhek van het pompstation bovengenoemd, een overweg te straten ter breedte van minstens 4 M. 5. Door burgemeester en wethouders wordt ter vaststelling aangeboden een suppletoir kohier van aanwezige beerputten in den openbaren gemeentegrond, opgemaakt krachtens art. 2 sub. D van de verordening op de heffing van een recht voor het gebruik van den openbaren gemeentegrond, vastge steld bij raadsbesluit van 7 September 1897, goedgekeurd bij koninklijk besluit van 11 Januari 1898, n°. 8. Zonder bedenking wordt gemeld kohier vastge- gesteld op een bedrag van f 0,50. 6. Adres van C. Goverde en 4 andere eigenaren en bewoners van perceelen aan de Middellaan alhier, daarbij te kennen gevende, dat sedert eenigen tijd in de Middellaan, ter plaatse genaamd „het half maantje" eene stortplaats is gemaakt van steen en puin, met verzoek om, op grond van de schade, welke aan hunne eigendommen, ten gevolge van baldadigheden der straatjeugd, worden toegebracht, die stortr plaats te doen ontruimen, of wel eene omheining aldaar te doen aanbrengen. De voorzitter zegt, dat al zeer spoedig aan het ver zoek van adressanten zal kunnen worden gevolg gegeven, in geval de raad besluit tot het doen uitvoeren der werken, welke bij punt 7 der agenda zyn voorgesteld. 7. Schrijven van burgemeester en wethouders alhier, d.d.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1899 | | pagina 242