ONTWERP. 5 September 1899. Tegenwoordig de heeren J. LIJDSMAN, H. A. SASSEN, W. G. H. ROMBOUTS, A. P. SCHELTUS, F. J. M. HEIJLAERTS, J. H. WITSENBORG, mr. M P.M. VAN DAM, mr. P. BLOEMARTS, W. J. SLECHTRIEM, L. J. STAAL, A. J. REES, J. A. J. W. VAN HAL, mr. W. INGENHOUSZ, A. J. A. VERSCHRAAGE, J. J. L. TEYCHINÉ, jhr. mr. A. REIGERSMAN, B. C. VAN DONGEN en E. H. A. GULJÉ, burgemeestervoorzitter. Afwezig de heer J. J. NELISSEN. De voorzitter opent de vergadering en zegt, dat de notulen van het verhandelde in de vergadering van 19 Augustus 1899. overeenkomstig het bepaalde bij art. 8 van het reglement van orde voor den gemeenteraadter inzage voor de leden hebben gelegen en hun bovendien in afdruk zijn toegezonden en vraagt, of iemand der leden alsnog voorlezing daarvan verlangt of eenige bemerkingen daartegen in het midden heeft te brengen. Dit niet het geval zijnde, worden de notulen van voormelde vergadering goedgekeurd en vastgesteld. De voorzitter stelt aan de orde: A. 1. Beëediging en installatie van de nieuwbenoemde raadsleden, de heeren J. A. J. AV, van Hal mr. W. Ingen- Housz, A. J. A. Verschraage, J. J. L, Teychxné jhr. mr. A. Reigersman en B. C van Dongen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1899 | | pagina 249