252 5 September 1899. 1. de heer J. A. J. W. van Hal met 17 stemmen, 2. de heer A. J. A. Verschraage met 18 stemmen, Op eene desbetreffende vraag des voorzitters ver klaart de heer Van Hal, onder dankzegging voor het in hem gesteld vertrouwendeze benoeming wederom volgaarne te willen aanvaarden. De voorzitter wenscht de wethouders geluk met hunne herbenoeming en hoopt, dat zij nog lang hunne medewerking zullen mogen verleenen tot behartiging van de belangen der gemeente. 4. Benoeming van een ambtenaar van den burgerlijken stand, bij periodieke aftreding als raadslid van den heer J. A. J. W. van Hal. Wordt overgegaan tot stemming. Er worden uitgebracht 18 stemmen, waarvan 17 op den heer Van Hal terwijl 1 briefje in blanco is ingeleverd. Zoodat de heer J. A. J. W. van Hal opnieuw benoemd is tot ambtenaar van den burgerlijken stand dezer gemeente. De heer Van Hal verklaart, op eene desbetreffende vraag des voorzitters, zich de op hem uitgebrachte keuze te laten welgevallen. 5. Benoeming van leden der vaste commissiën uit den raad, tengevolge van de periodieke aftreding als raadslid van de thans in die commissiën zitting hebbende leden. Bij de hierop gevolgde stemmingen worden achtereen volgens herbenoemd a. tot leden der commissie van beheer der gemeente-reiniging .-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1899 | | pagina 252