5 September 1899. terwijl ééne stem was uitgebracht op den heer mr. W. IngenHousz. b. tot leden der commissie voor het scheepvaartkanaal 1. de heer J. A. J. W. van Hal met 18 stemmen, 2. de heer J. J. L. Teychiné, met 17 stemmen, terwijl ééne stem was uitgebracht op den heer J. H. Witsenborg. c. tot lid der commissie voor de ambachtsschool de heer J. A. J. W. van Hal, met 18 stemmen. d. tot lid der commissie voor de strafverordeningen de heer mr. W. IngenHousz, met 17 stemmen, terwijl ééne stem was uitgebracht op den heer jhr. mr. A. Reigersman. e. tot lid der commissie van bijstand in het beheer der gas fabriek en waterleiding de heer J. J. L. Teychiné, met 17 stemmen, terwijl ééne stem was uitgebracht op den heer mr. W. Ingen Housz. tot lid der commissie van lij stand in het beheer der openbare werken de heer J. J. L. Teyciiiné, met 17 stemmen, terwijl ééne stem was uitgebracht op den heer W. J. Slechtriem. g. tot lid der commissie van beheer van het pensioenfonds voor gemeente-ambtenaren en hunne weduwen en weezen: de heer J. J. L Teychiné, met 17 stemmemen, terwijl ééne stem was uitgebracht op den heer A. J. A. Verschraage. De voorzitter dankt heeren stemopnemers voor het door hen als zoodanig verrichte. 6. Het vormen van afdeelingen tot onderzoek der ge meente-begrooting voor het dienstjaar 1900.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1899 | | pagina 253