5 September 1899. 255 De voorzitter stelt voor dit adres te verzenden naar burgemeester en wethouders en de commissie van beheer der gemeente-reiniging om prae-advies. De heer Heijlaerts noemt den maatregel van den directeur, hetzij deze geïnspireerd is of niet, zóó vexatoir, dat hij het prae-advies van burgemeester en wethouders op dit adres niet .wil afwachten, doch de zaak onmiddellijk wenscht behandeld te zien. Spreker heeft persoonlijk een onderzoek ter plaatse ingesteld en daarbij is hem gebleken dat de bezwaren van adressanten volkomen gegrond zijn. Waar dan, zooals hier, de gelegenheid bestaat om de tonnen langs de achterzijde der woningen weg te halen noemt spreker de thans gevolgde handelwijze onomwonden een schandaal en een maatregel, niet overeen te brengen met de eischen der hygiëne. In het niet langer handhaven van den bestaanden toe stand meent spreker dan ook alleen een middel te zien, om het tonnenstelsel te depreciëerenweshalve hij voorstelt op het verzoek van adressanten thans reeds gunstig te be schikken en zonder in deze hetj prae-advies van burgemeester en wethouders af te wachten. De heer Witsenborg ondersteunt ten sterkste het voorstel van den heer Heijlaerts. Spreker heeft zich eveneens persoonlijk van den toestand overtuigd en noemt dien vies, walgelijk en ongezond, zoodat hij hoopt, dat die toestand geen dag langer zal bestendigd worden. De voorzitter zegtdattoen vroeger ter plaatse slechts 6 a 7 huizen stondener geen bezwaar was om het weghalen der tonnen langs de achterzijde der woningen te doen plaats hebben. Thans is daar eene aaneengesloten rij van circa 25 woningenzoodat de vroeger gevolgde wijze veel tijdverlies veroorzaakte en bovendien gevaarlijk was voor het openbaar verkeer, wijl de paarden geruimen tijd onbeheerd moesten blijven staan. De directeur heeft alzoo gemeend in het belang van den dienst te moeten handelen,

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1899 | | pagina 255