266
5 September 1899.
«Bij besluit uwer vergadering van den 8. Juli 1899 werd
»in onze handen gesteld om bericht en raad een adres van
»P. J; Heessels, in koop verzoekende voor de som van
«ƒ20000,het gemeentegebouw, waarin het gymnasium is
«gevestigd.
«Na met den verzoeker overeenstemming te hebben ver-
»kregen omtrent de voorwaarden van verkoop van bedoeld
»gebouw, hebben wij de eer U te adviseeren aan P. J.
»Heessels in eigendom af te staan het gemeentegebouw,
«waarin het gymnasium is gevestigd, onder de volgende
«hoofdvoorwaarden
«1°. de koopsom wordt bepaald op twintig duizend gulden,
»te betalen bij het onderteekenen der akte
»2°. de kooper wordt in het bezit gesteld van het gekochte
«uiterlijk den 15. Augustus 1901
«3°. aan den kooper wordt inmiddels gewaarborgd het ge-
«bruik van het gedeelte van het gebouw, thans dienende
«voor concierge-woning met tuin en uitgang aan de
«Cingelstraat
«4°. door de gemeente Breda wordt, als huur van het
«overblijvende gedeelte van het gebouw, betaald drie
«en een half ten honderd rente per jaar van dertien
Dduizend gulden, van den dag af van de onderteekening
«der akte tot en met den dag dat het geheele ge-
sbouw ter beschikking van den kooper wordt gesteld
»of wel uiterlijk tot 15 Augustus 1901.
«De briefwisseling, rakende de onderhandelingen met
»den verzoeker, hebben wij de eer hierbij over leggen.t
De voorzitter stelt deze zaak aan de orde.
De heer Van Dam geeft in overweging, om een vasten
termijn te bepalen, waarop de koopakte moet zijn gepasseerd
en dien termijn in ieder geval als fataal te beschouwen.
De voorzitter, zich met dit denkbeeld vereenigende,
noemt 15 October als het tijdstip, waarop uiterlijk de koop-
