ONTWERP.
23 September 1899.
Tegenwoordig de heeren H. A. SASSEN, J. LIJDSMAN,
B. C. VAN DONGEN, jhr. mr. A. REIGERSMAN, T-. J. L.
TEYCHINÉ, A. J. A. VERSCHRAAGE, mr. W. INGENHOUSZ,
W. G. H. ROMBOUTS, J. A. J. W. VAN HAL, A. P.
SCHELTUS, F. .1. M. HEIJLAERTS, J. H. AVITSENBORG,
mr. M. P. M. VAN DAM, mr. P. BLOEMARTS, W. J.
SLECHTRIEML. J. STAAL, A. J. REES en E. II. A.
GULIÉburgemeester, voorzitter.
Afwezig de heer J. J. NELISSEN.
De voorzitter opent de vergadering en zegt, dat de
notulen van het verhandelde in de vergadering van 5 September
1899, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 8 van het regle
ment van orde voor den gemeenteraad, ter inzage voor de leden
hebben gelegen en hun bovendien in afdruk zijn toegezonden
en vraagt, of iemand der leden alsnog voorlezing daarvan
verlangt of eenige bemerkingen daartegen in het midden
heeft te brengen.
Dit niet het geval zijnde, worden de notulen van
voormelde vergadering goedgekeurd en vastgesteld.
De voorzitter stelt aan de orde:
A. Ingekomen stukken.
1. Adres van P. Th. van de Lint, wonende te Breda,
Stationsweg 12, op daarbij aangevoerde gronden vernietiging