272 23 September 1899. De voorzitter wijst erop dat de ten vorige jare toe gekende gratificatie gold voor dit jaar, zoodat er geen bezwaar is het verzoek aan te houden tot bij de behandeling der begrooting. De heer Sassen vraagtof het de bedoeling isdat de gratificatie levenslang zal worden verleendofwel gedurende den tijd, dat De Glas nog de functie van omroeper zal ver vullen. n. De heer Witsenborg antwooldt hierop, dat het in zijne bedoeling ligt de toelage aan den adressant levenslang te verstrekken en die te doen ingaan met 1 Januari 1900. De voorzitter wil thans het voorstel van den heer Witsenborg in stemming brengen, waarop de heer Bloem arts doet opmerkendat het door hem gedane voorstel, als zijnde van de verste strekking, de prioriteit bezit, erbij voegende, dat adressant door dit uitstel geen nadeel kan ondervinden, omdat ook de heer Witsenborg de gratificatie wenscht te doen ingaan op 1 Januari a. s. Zonder verdere bedenking wordt alsnu het voorsteE- van den heer Bloemarts goedgekeurd. 3. Schrijven van den heer J. J. Nelissen, alhier, d. d. 6 September 1899, houdende mededeeling, dat hij wegens gezondheidsredenen bedankt als lid van den gemeenteraad. De voorzitter zegtdat hij met groot leedwezen van dit schrijven heeft kennis genomen. Ruim zes en twintig jaren heeft de heer Nelissen onafgebroken als raadslid en ook eenigen tijd als wethouder zitting gehad en zijdie ge durende dien tijd in de gelegenheid waren om diens ijver werkkracht en toewijding, waar het gold de bevordering van de belangen van Bredagade te slaanzullen gaarne willen erkennen de vele en goede dienstendoor hem aan de ge meente bewezen. Eerbiedigende het door den heer Nelissen

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1899 | | pagina 272