23 September 189Ó. 275 of voogden van leerlingen in klassen voor verhoogd school geld te rangschikken. Wel is het in den loop der jaren een enkele maal voor gekomen, dat het voor sommige ouders moeielijk viel het overigens zeer miniem bedrag aan schoolgeld te betalen, doch in die gevallen werden er, buiten weten der leerlingen, steeds goede menschen gevonden, die hierin te hulp kwamen. De heer Van Dam meent, dat het tegen de intentie van den erflater zou zijn, wanneer in 't geheel geen schoolgeld werd geheven of bepaalde leerlingen van de betaling daarvan werden vrijgesteld. Met het oog op de bewuste bepaling van het testament acht spreker het dan ook ongeoorloofd aan het verlangen van den inspecteur van het middelbaar onderwijs tegemoet te komen. De voorzitter vraagt, of de raad zich derhalve ver eenigen kan met het schrijven van de commissie voor de ambachtsschool en wenscht, dat getracht zal worden in dien geest de bedenkingen van den inspecteur van het middelbaar onderwijs te weerleggen. Niemand daartegen eenige bedenking hebbende, wordt dienovereenkomstig besloten. 8. Adres van M. A. Kuijtenbrouwer, directeur der Ginne- kensche tramwegmaatschappij te Ginneken, d.d. 15 September 1899, daarbij te kennen gevende, dat in de algemeene politie verordening voor deze gemeente geene bepaling voorkomt, overeenkomende met het slot van art. 24 der 2de afdeeling van het reglement van politie op het gebruik der openbare wegen in de provincie Noord-Brabant, waarbij verboden wordt iets te doen, wat hinderlijk zou kunnen zijn voor den door tocht van tramvoertuigen, met verzoek om, met het oog op een geregeld tramverkeer, te willen bevorderen, dat dergelijke bepaling ook worde opgenomen in de algemeene politie verordening voor deze gemeente.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1899 | | pagina 275