23 September 1899.
279
»van den 15. Februari 1897, n°. 174, dat wij op het voor-
«bedoeld schrijven deden volgen, mocht ons niet baten.
»Uwer Excellence's ambtsvoorganger gaf bij brief van
«den 5. Maart 1897, n°. 1074, afdeeling O, andermaal te
«kennen, dat de verhooging niet kon plaats hebbenzoolang de
uitbreiding niet plaats had.
«Wij moesten daaarin toen weder berusten.
«Thans echter is eene zoodanige wending in de zaak ge-
«komen, dat wij haar met volle vertrouwen opnieuw aan
»Uwer Excellentie's overweging komen onderwerpen.
«Den vroegeren weg volgende, is Breda voortgegaan met
«het toelaten van buitenleerlingen en heeft bovendien de
«hoogere burgerschool ook opengesteld voor meisjes.
»Het getal leerlingen (ia September 1898 105) bedraagt
»thans 132. Deze leerlingen zijn als volgt over deklassen
«verdeeld
3Co O rVl £»ol irtrr A O O 1
43
(hierbij 0 meisjes.)
lste klasse, afdeeling A
22
afdeeling B
21
2de klasse
3de
26
4de
5de
132.
«Het zal Uwe Excellentie uit het bovenstaande blijken,
«dat de uitbreiding der school, te weten het vormen van
«twee afdeelingen in de eerste klasse, een feit geworden is,
«Van de bovengenoemde leerlingen wonen niet minder
»dan 51 buiten de gemeente Breda, zoodat het splitsen der
7) eerste lclasse enkel geschied is om de buitenleerlingen te kunnen
toelaten.
«Er is echter meer.
«Ten gevolge van de groote toename der leerlingen en de
«vrijgevige beginselen, welke Breda is toegedaan ten opzichte
«van de toelating van buitenleerlingen, zal weldra eene
«nieuwe hoogere burgerschool gebouwd worden. Daarvoor
«is kort geleden grond van het domein aangekocht voor
»/o2(J00,waarvoor nog slechts de bekrachtiging bij de wet
