282 23 September 1899. De heer Sassen geeft in overweging dit schrijven met den meest mogelijken spoed te verzenden, op grond dat de staatsbegrooting reeds is ingediend en deze zaak alsdan nog gelijktijdig daarmede in behandeling zou kunnen worden genomen. De voorzitter doet de toezegging, dat aan het ver langen van den vorigen spreker zal worden voldaan. 13. Verslag van de commissie voor de strafverordeningen, betrekkelijk het voorstel van burgemeester en wethouders tot aanvulling der algemeene politie-verordening voor deze gemeente, luidende gemeld verslag als volgt: «Bij besluit van den raad van 20 Mei 4889 werd het «voorstel van burgemeester en wethouders der gemeente Breda, d.d. 13 Mei 1899, n°. 660, tot aanvulling van de «algemeene politie-verordening voor deze gemeente, welk «voorstel hierbij teruggaat, aan onze commissie verzonden, «teneinde daaromtrent het gevoelen onzer commissie te «vernemen. «Aan de haar geworden opdracht voldoende, heeft de «commissie de eer aan uwen raad te berichten, dat zij met «burgemeester en wethouders de voorgestelde aanvulling «der algemeene politie-verordening voor deze gemeente nood- «zakelijk acht en dat zij zich ook in 't algemeen met den «vorm, waarin die aanvullende bepalingen zijn gegoten, kan «vereenigen. «Slechts de navolgende kleine redactiewijzigingen acht de «commissie wenschelijk en geeft zij mitsdien in overweging «aan te brengen: I. «In art. 31 te lezen in plaats van «paard" «trekdier." II. «In art. 37bis de woorden «door paarden" te doen ver- «vallen en aan het artikel toe te voegen eene alinea luidende «Dit verbod geldt niet voor met een of meer honden be sspannen wagens." III. «In art. 40bis littera a achter het woord «signaal shoorn" te laten volgen de woorden: «en daax'mede voetgan- «gers, ruiters en bestuurders van rij- en voertuigen te waar- «schuwen."

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1899 | | pagina 282