286 23 September 1899. vervallen, doch de prijs van het gas is nu 1 cent per M3 hooger gesteld. De heer Witsenborg betoogt, dat blijkens eene circulaire, indertijd door de bouwgrondmaatschappij aan de leden van den raad toegezonden, die maatschappij bereid was bijna alle voorwaarden, door den raad gesteld, aan te nemen. Slechts een paar voorwaarden, met namen in die circulaire uitge drukt, konden de goedkeuring der maatschappij niet ver werven en waren oorzaak, dat in de vergadering van 17 Juni 1899 een schrijven ter tafel werd gebracht van de bouwgrondmaatschappij, waarbij zij mededeelde, dat de voor waarden zoodanig bezwarend waren, dat zij die niet durfde te aanvaarden. Nu komt het spreker voor, dat wanneer de maatschappij op geheel nieuwe voorwaarden wil onderhandelen, burge meester en wethouders daarin den raad hadden moeten kennen, want spreker kan niet aannemen, dat dit adres zonder eenige voorbereiding of samenspreking den raad be reikt heeft. Door burgemeester en wethouders wordt gead viseerd daarop gunstig te beschikken, doch van eenige toelichting is hierbij geen sprake. De raad wordt voor het feit geplaatst, zonder te weten, waarom de met zooveel moeite tot stand gebrachte vroegere voorwaarden nu op eenmaal geheel onbruikbaar zijn geworden. Misschien zouden de notulen van de vergadering der com missie van bijstand in het beheer der gasfabriek en water leiding daaromtrent eenig licht kunnen verspreiden, doch ook te dien opzichte is de raad geheel in duisternis gelaten, weshalve spreker in overweging geeft de beslissing te ver dagen, daar hij zich anders genoodzaakt ziet tegen de inwil liging van het verzoek te stemmen. De voorzitter antwoordt hierop, dat de onderhande lingen, welke destijds hebben plaats gehad, zijn afgesprongen, omdat de maatschappij de voorwaarden onaannemelijk achtte. Later heeft de maatschappij den wensch doen kennen om nieuwe onderhandelingen aan te knoopen, waarvan de uit-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1899 | | pagina 286