28 21 Januari 1899. te stellen, zonder meer, en zonder eene beschikking te nemen op de beide adressen, dan bestaat daardoor nog geen rechts band. De heer Witsenborg formuleert zijn voorstel nader aldus: «Zoowel op het gymnasium als op de hoogere burgerschool «zullen voortaan op nader door den raad vast te stellen «voorwaarden ook vrouwelijke leerlingen kunnen worden «toegelaten». De heer Nelissen verzoekt splitsing van dit voorstel voor zooveel de beide inrichtingen van onderwijs betreft. Allereerst wordt nu in stemming gebracht bovengemeld voorstel, voor zooveel betreft de toelating van vrouwelijke leerlingen op het gymnasium, welk voorstel met 12 tegen 6 stemmen wordt aangenomen. Vóór stemden de heeren Bloemarts, Slechtriem, Ne lissen, Staal, Rees, Sassen, Scheltus, Teychiné, Ver- schraage, IngenHousz, Heijlaerts en Witsenborg. Tegen waren de heeren Lijdsman, Rombouts, Van Hal, Van Dongen, Van Dam en de voorzitter. Daarna wordt in stemming gebracht meergenoemd voor stel, voor zooveel betreft de toelating van vrouwelijke leerlingen op de hoogere burgerschool, welk voorstel wordt aangenomen met 10 tegen 8 stemmen. Vóór stemden de heeren Bloemarts, Staal, Rees, Sassen, Scheltus, Teychiné, Verschaage, IngenHousz, Heij laerts en Witsenborg. Tegen waren de heeren Slechtriem, Nelissen, Lijdsman, Rombouts, Van Hal, Van Dongen, Van Dam en de voorzitter.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1899 | | pagina 28