296 23 September 1899. 4. De heer Van Dam, alsnu het woord gevraagd en ver kregen hebbende, wenscht te vernemen in hoever het gerucht waarheid bevatals zou het bestuur van het R, K. gasthuis de aanvrage tot aankoop van het stedelijk zieken huis hebben ingetrokken. De voorzitter antwoordt hierop, dat door burgemees ter en wethouders, nadat de raad in principe tot den verkoop besloten had, eena ontwerp-overeenkomst is opge maakt, welke aan het oordeel van het bestuur van het gasthuis is onderworpen. Het daarop ontvangen antwoord luidde, dat de eischen zoo onmogelijk waren, dat het bestuur van het gasthuis van den voorgenomen aankoop moest afzien. Ten einde echter aan de opdracht van den raad te kunnen voldoen is opnieuw een brief geschreven en gevraagd, waarin die overdreven eischen bestonden. Hierop is nog geen antwoord ingekomen, zoodat de onderhande lingen derhalve nog niet zijn afgeloopen. De heer Van Dam zegt vernomen te hebbendat de aanvrage door het bestuur van het gasthuis bepaald is ingetrokken, zoodat van verdere onderhandelingen geen sprake meer zou kunnen zijn. De voorzitter geeft in overweging de verdere discussie over dit onderwerp in besloten vergadering voort te zetten. De voorzitter sluit de openbare vergaderingwelke alsnu overgaat in eene met gesloten deuren. De secretaris De voorzitter

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1899 | | pagina 296