ONTWERP.
14 October 1899.
Tegenwoordig de heeren H. A. SASSEN, J. LIJ DSM AN
15. C. VAN DONGEN, jhr. mr. A. REIGERSMAN, J. J. L.
TEYCHINÉ, A. J. A. VERSCHRAAGE, mr. W. INGENHOUS7.,
W. G. H. ROMBOUTS, J. A. J. W. VAN HAL, A. P.
SCIIELTUSF. J. M. IIEIJLAERTS, J. II. WITSENBORG,
W. J. SLECHTRIEM, L. J. STAAL, A. J. REES, mr. P.
BLOEMARTS en E. H. A. GULJÉ, burgemeester, voorzitter.
Afwezig de heeren mr. M. P. M. VAN DAM en J. J. NELISSEN.
De voorzitter opent de vergadering en zegt, dat de no
tulen van het verhandelde in de vergadering van 23 September
1899, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 8 van het regle
ment van orde voor den gemeenteraad, ter inzage voor de leden
hebben gelegen en hun bovendien in afdruk zijn toegezonden
en vraagt, of iemand der leden alsnog voorlezing daarvan
verlangt of eenige bemerkingen daartegen in het midden
heeft te brengen.
Dit niet het geval zijnde, worden de notulen van
voormelde vergadering goedgekeurd en vastgesteld.
De voorzitter deelt mede, dat is ingekomen een
schrijven van den heer mr. M P. M. van Dam, berichtende,
dat hij verhinderd is de vergadering van heden bij te wonen
Alsnu stelt de voorzitter aan de orde:
A. Ingekomen stukken.