314 14 October 1899. Art. 10. Art. 11. Art. 12. «gemeente Breda in eigendom of beheer wordt overgenomen, «worden de in dat gedeelte van den weg of in den geheelen «weg liggende gas- en waterleidingsbuizen, de lantaarnpalen «met lantaarns en de brandkranen eigendom der gemeente «en wordt de maatschappij voor dat gedeelte of voor het «geheel ontheven van de verplichting tot het betalen voor «het verlichten der lantaarns en het water voor het be- «sproeien der wegen. «Indien het overnemen door de gemeente Bredq van een «gedeelte van den weg verbindende de Wilhelminastraat «met het Mastbosch of van den geheelen weg niet binnen «negen jaren na de onderteekening van deze overeenkomst «heeft plaats gehad, is de maatschappij bevoegd de overeen- «komst met het einde van het tiende jaar te doen ophouden, «mits zij daartoe vóór het eindigen van het negende jaar «per deurwaarder's exploit kennis geeft. «In dat geval blijven de in art. 2 bedoelde werken en Dworden de door de gemeente gemaakte spruitleidingen het «eigendom der maatschappijdoch blijven de gas- en water- «meters het eigendom der gemeente, welke alsdan van ge- «meentewege bij de particulieren zullen worden weggenomen. «Onverminderd het bepaalde in art. 2, komen de kosten «van zegels, eventueel van registratierechten en verder alle «kosten van dien aard, welke uit deze overeenkomst mochten «voortspruiten, ten laste der «Bredasche bouwgrondmaat- »schappij«. «Door de «Bredasche bouwgrondmaatschappijwordt ter «zake van de uitvoering der voorwaarden van deze overeen- «komst domicilie gekozen ter griffie van de arrondissements- «rechtbank te Breda of van het rechterlijk collegedat daar- «voor eventueel in de plaats zal treden«.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1899 | | pagina 314