316 14 October 1899. «De controleur moet ter plaatse van den afslag Komen te «staan ter zijde van den afslager en zal op die wijze de controle «te verrichten hebben. Zijn dienst zal behoorlijk geregeld «worden, in verband met het bereids bepaalde in art. 27 van «het reglement.. «Drie vischdraagsters zijn voldoende. Trouwens, in de laatste maanden waren er reeds slechts drie. »De tegenwoordige keurmeester Van der Heijden genoot «in 1898: «aan keurloon 88,65 «vaste wedde- 25, f 113,65. «Thans wordt voorgesteld hem toe te kennen eene vaste «wedde van 150,per jaar, en die som te brengen ten «laste der gemeente-begrooting, omdat zijn dienst gegrond «is op het belang der openbare gezondheid, even als de dienst «van den keurmeester van slachtvee en vleesch. Ook de «visch in de winkels en die langs de huizen gevent wordt, heeft «hij te keuren. «De afslager genoot in 1898: «aan percentsgewijze belooning ƒ208,63 «voor het in koopen leggen enz. «van de visch- 51,89 «aan keurloon als tijdei'ijken 2" «keurmeester- 88,65 «vaste wedde als tijdelijken «tweeden keurmeester - 25, ƒ374,17 «Thans wordt voorgesteld hem toe te kennen 3'/2 °'0 van «de onzuivere koopsom van de visch, zonder meer, behalve «dat het ons voornemen is hem aan te stellen als adjunct- »of tweeden keurmeester op de reeds hierboven genoemde «wedde van 25, «Is de opbrengst van de visch ƒ10370,zooals in 1898, «dan maakt hij ƒ362,95 4- ƒ25, «Het ophalen der koopsommen aan de huizen wordt over- «gelaten aan het goedkeuren van den afslager.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1899 | | pagina 316