320 14 October 1899. »dragen zonder te scheuren, zoodat zij van zeer goede kwa liteit moeten worden beschouwd, en billijkerwijze geen termen «tot afkeuring aanwezig waren. «Wij geven U daarom in overweging het verzoek van den «adressant toe te staan. De voorzitter vraagt, of de raad zich met dit prae- advies kan vereenigen en mitsdien de bovenvermelde afwij king kan goedkeuren. Waartoe besloten wordt. 22. Schrijven van den minister van waterstaat, handel en nijverheid te s-Gravenhaged.d. 10 October 1899, n° 207, daarbij, naar aanleiding van het aan Hare Majesteit de Ko ningin gericht adres tot het nemen van maatregelen met betrekking tot de bewaarplaatsen van beenderen, speciaal die in de Zoutstraat, mededeelende, dat, zoodra de hand zal worden gelegd aan eene wijziging van de hinderwet, ook het in het adres aangevoerde een punt van overweging zal uit maken. De voorzitter stelt voor dit schrijven voor kennisgeving aan te nemen Waartoe besloten wordt. 23. De heer Heijlaerts, alsnu het woord gevraagd en verkregen hebbende, geeft in overweging de belasting voor het ruimen en ledigen van tonnen met afval uit de slachte rijen af te schaffen. De redenen, welke tot dit voorstel leiden, wenscht spreker nader in besloten zitting mede te deelen. De voorzitter sluit hierop de openbare vergadering, welke alsnu overgaat in eene met gesloten deuren. De secretaris, De voorzitter,

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1899 | | pagina 320