ONTWERP.
11 November 1899.
Tegenwoordig de heeren H. A. SASSEN, J. LIJDSMAN,
B. C. VAN DONGEN, jhr. mr. A. REIGERSMAN, J. J. L-
TEYCHIN É.A. J. A. VERSCHRAAGE, mr. W. INGEN
HOUSZ, W. G. H. HOMBOUTS, J. A. J. W. VAN HAL,
A. P. SCHELTUS, J. H. WITSENBORG, mr. M. P. M.
VAN DAM, mr. P. BLOEMARTS, W. J. SLECHTRIEM,
L- J. STAAL, A. J. REES, F. J. M. HEIJLAERTS en
E. H. A. GULJ burgemeester, voorzitter.
Afwezig de heer J. J. NELISSEN.
De voorzitter opent de vergadering en zegt, dat de
notulen van het verhandelde in de vergaderingen van 14 en
21 October 1899, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 8
van het reglement van orde voor den gemeenteraad, ter in
zage voor de leden hebben gelegen en hun bovendien in af
druk zijn toegezonden en vraagt, of iemand der leden alsnog
voorlezing daarvan verlangt of eenige bemerkingen daartegen
in het midden heeft te brengen.
Dit niet het geval zijnde, worden de notulen van
voormelde vergadering goedgekeurd en vastgesteld.
Alsnu stelt de voorzitter aan de orde
A. Ingekomen stukken.
1. Besluiten van de gedeputeerde staten in Noord-Bra
bant, als