336 11 November 1899. „zijds de verkoopwaarde niet liooger stelden dan de sommen, „die door de gemeente zelve zijn moeten betaald worden, daar „meenen wij in onze voorwaarden van verkoop de 'billijkheid „in liet oog te hebben gehouden, zonder daarmede in eenig „opzicht te hebben willen verkorten het recht van den raad, „om de voorwaarden te regelen naar zijn beter goeddunken „Er waren buitendien nog andere zaken te regelen, name lijk die, welke betrekking hebben op de overname der ver- „plegingsdiensten. Die regeling werd geformuleerd in eene ont- „werp-overeenkomst, welke wij aan de verzoekende vereeni- „ging overlegden. Zulk eene overeenkomst was eene gebieden- „de noodzakelijkheid, waar afstand gedaan werd van het eigen „verplegingsgesticht. Zooveel mogelijk moest de gemeente zich „waarborgen, dat de opheffing van het stedelijk ziekenhuis la- „ter niet zou blijken eene verkeerde daad te zijn geweest. Van- „daar administratieve en andere bepalingen, die niet zoo be zwarend zijn, als zij misschien toeschijnen, wanneer steeds „zouden gehuldigd worden de hulpvaardigheid en de goede „trouw, gelijk die thans bestaan. In elk geval moest ook de „regeling der verplegingscfimstere op gezonden bodem rusten „en bij die regeling werden de verplegingskosten behouden op „25 cent per dag en per persoon, zooals die kosten van ouds- „lier waren, terwijl verder in het bijzonder gewaakt werd, „vooral wanneer een opvolgend bestuur van het gasthuis eene „andere meening omtrent de opname zou hebben dan het te genwoordige, dat zieken, tijdens den duur van het contract, „niet zouden geweigerd worden. Het stedelijk ziekenhuis toch „is ontstaan, doordat toentertijd in het R. K. gasthuis lijders „aan zekere ziekten werden geweigerd. "Vandaar dan ook dat „art. 1 van het reglement op het stedelijk ziekenhuis bepaalt „In het stedelijk ziekenhuis worden uitsluitend opgenomen die „behoeftige zieken, die, om welke reden ook, in andere zieken- inrichtingen in deze gemeente niet kuivnen worden opgeno- „men." „Weinige dagen nadat ons ter bovenvermelde zake dienend

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1899 | | pagina 336