342
11 November 1899.
ecliter is liet gasthuis niet de plaats voor verpleging van alh
zieken. Spreker ziet dan ook niet in, waarom geene besprekin
gen zouden kunnen worden gehouden.
De voorzitter wijst er nogmaals op, dat eenig tegen
voorstel van de vereeniging „Alles voor allen" niet te wach
ten is. Uit alles blijkt, dat de vereeniging van den aankoop
geheel afziet.
De heer Sassen meent, dat toch wel eens besprekingen had
den kunnen gehouden worden, te meer, wijl hierbij een groot
belang der gemeente betrokken is.
De heer Bloemarts betoogt, dat het aanknoopen van nieu
we onderhandelingen geheel moet afhangen van de vraag, of
burgemeester en wethouders al dan niet bereid zijn nieuwe
voorstellen te doen, omdat van de zijde van het bestuur van
„Alles voor allen" geen tegenvoorstel te wachten is. Mochten
burgemeester en wethouders van meening zijn, dat zij zich bij
het ontwerpen der voorwaarden kunnen vergist hebben, dan
alleen zouden er termen aanwezig zijn de onderhandelingen
opnieuw te openen.
Do voorzitter schetst andermaal den loop der zaak,
er bijvoegende, dat de gemeente-secretaris namens burge
meester en wethouders persoonlijk met de overste van het
gasthuis heeft geconfereerd, ten einde te trachten het daar
heen te leiden, dat de bezwaren in een tegenvoorstel zouden
worden geformuleerd, zooals te voren door burgemeester en
wethouders bij brief was verzocht. Dit is echter vruchteloos
gebleken, zooals uit het laatste schrijven van het bestuur van
„Alles voor allen" blijkt. In dat schrijven toch wordt te ken
nen gegeven, dat de vereeniging meende, dat het overbodig
was hare bezwaren tegen elke der voorwaarden in te brengen,
te meer nog omdat zij in haar (eerste) antwoord heeft afge
zien van den koop, onder bijvoeging echter, dat als burge
meester en wethouders geneigd zouden zijn nieuwe voorwaar-