350 11 November 1899. „ting te maken voor zooverre er nu huizen zijn gebouwd, daar „door het menigvuldig vervoer, voornamelijk van zware kar- „revrachten, de grindwegen veel te lijden hebben. „c. Hoewel de dringende noodzakelijkheid van de voorge stelde verbetering niet door alle leden in een der af deelingen „kon worden beaamd, was men toch algemeen van de wen- „schelijkheid overtuigd- „De meerderheid was echter van oordeel, dat bestrating „van het geheele Kerkplein de voorkeur verdient boven het „aanleggen van een gedeelte daarvan tot plantsoen. „Enkele leden betreuren het besluit dat door den gemeen teraad is genomen om geen oranjerie in het Valkenberg te „bouwen, hetgeen zij ter bewaring van vele planten in den „winter noodzakelijk blijven achten. Een der leden behield „zich dan ook voor om alsnog in eene vergadering van den „gemeenteraad op dit punt terug te komen. gEen der afdeelingen wenschte in plaats van voor het „bouwen van een 3de school voor kosteloos onderwijs een me- „moriepost ten bedrage van f 25000,uit te trekken. „De meerderheid der commissie van rapporteurs vindt geen „reden om den Academiesingel met keien te bestraten. Wan- „neer toch de grindwegen goed worden aangelegd, tijdig de „sporen worden verlegd en scherp op het onderhoud wordt „toegezien, dan zullen zij in deze gemeente door het vervoer „niet zoo te lijden hebben, dat keibestrating noodzakelijk is. „Bovendien zou het de fraaiheid niet bevorderen, als de ge meentewegen gedeeltelijk bestonden in grind- en gedeeltelijk „in keiwegen. „Ook kan de commissie zich eenparig vereenigen met het „maken van een trottoir en het vernieuwen der bestrating op „het Kerkplein, en het brengen van een post van f 25000,- „op de begrooting voor het bouwen van eene 3de school voor „kosteloos onderwijs. Volgnummer 110, ort 6.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1899 | | pagina 350