11 November 1899. 351 ,,g. In een der afdeelingen werd opgemerkt, dat de kosten, „o. a. voor rijloonen, electrische verlichting, onderhoud van „nieters enz. zeer hoog toeschijnen. Volgnummer 114, art. 3. „d. Uwe commissie is van meening, dat de post van f 50, „voor de bezoldiging van den bode moet vervallen, omdat bij „de tegenwoordige regeling der brandweer die betrekking niet „meer wordt vervuld. Volgnummer 124, art. 10. „a. Met genoegen werd door de leden van een der afdeelin- „gen opgemerkt, dat deze post verminderd is. Hoofdstuk VI. Volgnummer 137, art. 9. „De meerderheid uwer commissie is het met een der afdee lingen volkomen eens, dat streng toezicht worde gehouden op „de uitgaven bij dit artikel bedoeld. Het vermoeden, schijnt „niet ongegrond, dat, nu de gemeente die schoolbehoeften be- „taalt, bij het aanschaffen daarvan minder ernstig wordt na gedacht. Volgnummer 142, art. 14. „Voor verschillende leden was het niet duidelijk wat te ver staan onder belooningen en eereblijken buiten die krachtens „het legaat van dr. Van Cooth worden uitgereikt. V olg nummer 144, art. 16. „Een der afdeelingen wenschte de bezoldiging van den con- „cierge vooralsnog niet te verhoogen en daarmede te wachten „totdat de nieuwe hoogere burgerschool gebouwd zal zijn, „terwijl eene andere afdeeling van meening was, dat ook met

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1899 | | pagina 351