25 November 1899.
357
blijkt, zal, indien de ruiling tot stand komt, de rooilijn van
,de Nieuwe Bosclistraat met 2,2 M. worden verlengd en die
daarentegen van den Mauritssingel met ongeveer 0,5 M.
worden ingekort.
„Het schijnt ons toe, dat uit een aesthetisch oogpunt, het
,vrij wel hetzelfde is of de bestaande rooilijnen behouden
blijven of wel dat die worden gewijzigd in den geest, zooals
,dit door adressant wordt gewensclit. Ook voor het openbaar
verkeer over de wegen is dit hetzelfde.
„Bezwaar tegen de bedoelde ruiling van grond bestaat bij
,ons niet, doch wij wenschen daaraan onder meer de voor-
waarde te veibinden, dat, indien langs den Mauritssingel
,op het voormalige perceel, sectie B, no. 4745, zooals dit bij
.openbare veiling van geslechte vestinggronden d.d. 29 Sep
tember 1897 is verkocht, door den adressant of zijne recht-
,verkrijgenden gebouwen mochten worden gesticht, de naar
,de openbare straat gekeerde gevels geene mindere hoogte
,dan 8 M. boven de openbare straat mogen hebben.
„Wij zijn van meening die voorwaarde te moeten stellen,
omdat het ons toeschijnt, dat die Singel, uit den aard van
zijne ligging, bestemd is voor woningen van meer gegoeden,
,al is het ons dan ook niet mogen gelukken van het domein-
bestuur te verkrijgen, dat eene minimum hoogte der gebou
wen als voorwaarde bij de onlangs gehouden veiling van
voormalige vestinggronden aldaar is bedongen (geworden.
,Het blijkt nu reeds evenwel, dat ook de koopers der gron-
,den langs dien Singel daaromtrent onze meening deelen,
,af te leiden uit de omstandigheid, dat van de reeds ingeko-
,men bouwplannen de gevels eene minimum hoogte van 8
,M. hebben.
„Volgens de plattegrondteekening, bij het adres overgelegd,
,zal door de gemeente aan den adressant worden afgestaan
,7,30 centiaren en door adressant aan de gemeente 0,85 cen
tiaren, alzoo een verschil van 6,45 centiaren.
„Het bovenbedoeld perceel, sectie B, no. 4745, groot 9 aren