25 November 1899. 359 Waartoe besloten wordt. 5. Voorstel van burgemeester en wethouders alhier, d.d. 23 November 1899, n°. 1333, betrekkelijk de regeling van het onderwijs aan de eerste openbare school alhier, ten gevolge van het overlijden van den heer A. J. van Heusen, luidende als volgt „Ten gevolge van het overlijden van den heer A. J. van „Heusen is aan de eerste openbare school alhier ontstaan „eene vacature van onderwijzer met Fransch. „Aan genoemde school is als onderwijzeres verbonden me juffrouw S. M. Bellaart, welke niet enkel de akte voor „Fransch bezit, maar ook die voor Duitsch en Engelsch, be nevens de hoofdakte. „Het bezit der akte Fransch kan thans voor haar vruclit- „baar worden, als haar het onderwijs in die taal wordt opge dragen, wat door ons ten zeerste wordt voorgestaan. „Wij hebben alzoo de eer U voor te stellen het onderwijs „in de Fransche taal op te dragen aan mejuffrouw S. M. Bel- „laart tegen de daarvoor bij verordening vastgestelde ver goeding van f 100,per jaar, en verder, ter voorziening in „de bovengenoemde vacature, een gewoon onderwijzer op te „roepen." Zonder eenige bedenking wordt bovengemeld voorstel goedgekeurd. 6. Rapport van de commissie voor de strafverordeningen alhier, naar aanleiding van het adres van den heer M. A. Kuijtenbrouwer, directeur der Ginnekensche tramwegmaat schappij, houdende verzoék de algemeene politie-verordening dezer gemeente te willen aanvullen met bepalingen tot betere verzekering van het tramverkeer. Eenerzijds het verzoek niet ongegrond achtende, doch an derzijds tevens van oordeel zijnde, dat de bestuurders van tramrijtuigen, even als die van elk ander rijtuig, zich naar de

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1899 | | pagina 359