362 25 November 1899. ming van de ambtenaren en bedienden bij den dienst der ge meentewerken enz., vastgesteld bij raadsbesluit van 10 Octo ber 1891, welke wijziging door burgemeester en wethouders is voorgesteld bij hun schrijven van 4 November 1899, in extenso opgenomen in de raadsnotulen van 11 November 1899. Volgnummer 76, art. 13. „In twee afdeelingen werd de wensch te kennen gegeven „om den stadsomroeper eene jaarlijksclie vaste toelage van „f 100,toe te kennen. „Uwe commissie heeft gemeend dit voorstel bij uwen raad „te mogen aanbevelen." Antwoord. „Burgemeester en wethouders vereenigen zich met den te „kennen gegeven wensch, om den tegenwoordigen stadsom roeper, te beginnen met 1 Januari 1900, eene jaarlijksche „vaste toelage van honderd gulden toe te kennen." Na de toelichting door den voorzitter op de desbe treffende vragen van de heeren Heijlaerts en Witsenborg, dat het hier geldt eene personeele toelage gedurende den tijd, dat de tegenwoordige ambtenaar zijne functie zal waar nemen en dat die toelage per kwartaal zal worden uitbetaald, wordt de betrokken post goedgekeurd. Volgnummer 83li. „In twee der afdeelingen werd de vraag gesteld of die post „niet moet worden verhoogd, daar het abonnement f 2,50 „bedraagt." Antwoord. „Het abonnement is verhoogd na het opmaken der be- „grooting en behoort thans op f 2,50 gebracht te worden." In verband hiermede wordt besloten den onderwerpelijken

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1899 | | pagina 362