366 25 November 1899. Het voorstel van den heer Lijdsman wordt alsnu in stem ming gebracht, doch verworpen met 11 tegen 7 stemmen. Tegen stemden de heeren Reigersman, Teychinë, Ver- schraage, IngenIIousz, Rombouts, Yan Hal, Scheltus, Bloemarts, Staal, Rees en de voorzitter. Vóór waren de heeren Sassen, Lijdsman, Yan Dongen, ITeijlaerts, Witsenborg, Van Dam en Slechtriem. Vuig nummer 100, art. 2. „Gaarne zag men in een der afdeelingen, dat het uurwerk „van den grooten toren werd voorzien van een minutenwijzer". Antwoord. „Daargelaten do af niet wenschelijkhcid om het uurwerk „van den grooten toren van minutenwijzers te voorzien, is „reeds door burgemeester en wethouders bij een deskundige „inlichting gevraagd omtrent de kosten daarvan, doch zijn de „betrekkelijke opgaven nog niet ingekomen. Zooveel echter is „door dien deskundige bereids mondeling medegedeeld, dat „het aanbrengen van minutenwijzers, met behoud van de te genwoordige constructie van het uurwerk, wel niet zoo be langrijke uitgaven zal vorderen, doch dat alsdan vrees be- „staat, dat bij stormweer het geheele uurwerk zal gaan stil staan en dat, wil men dit gevaar ontloopen, daarvoor een „afzonderlijk gedeelte uurwerk zal moeten worden bijgemaakt, „waardoor de kosten merkelijk hooger worden." De heer Verschraage zegt, dat hij zeer veel gevoelt voor oudheden, doch niet in die mate om nog langer tevreden te zijn met een antiek uurwerk als dat van den grooten toren. Spreker ziet er dan ook geen bezwaar in, om den betrokken post met f 1270,te verhoogen, waartoe hij het voorstel doet. De heer Witsenborg zegt, dat de door hem verkregen in-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1899 | | pagina 366