370 35 November 1899. liet toezicht op de wegen en zullen de grindwegen allengs in een beteren staat van onderhoud gaan verkeeren. De heer Rombouts meent zijn voorstel te moeten handha ven en wel op grond van den slechten toestand, waarin de grindwegen verkeeren. Van bevoegde zijde is hem verzekerd en ook de ondervinding leert het, dat de ondergrond in deze streken niet geschikt is voor grindwegen. Persoonlijk zou spreker wel de voorkeur willen geven aan een klinkerweg, doch het drukke verkeer met voertuigen en vrachtkarren over den Academiesingel is oorzaak, dat ook eene dergelijke verharding aldaar niet gewenscht is. De heer Teychiné doet opmerken, dat bij aanneming van het voorstel van den heer Rombouts, ook de begrinding van de andere singels, waar evenzeer een druk verkeer is, door keibestrating zou belmoren te worden vervangen. Spreker betoogt, dat het toezicht op de wegen veel te wenschen over laat en dat de toestand van een grindweg geheel afhangt van het al of niet doelmatig onderhoud. Daartoe beveelt spreker keislag aan. De heer Sassen meent, dat in den laatsten tijd de provin ciale grindwegen successievelijk worden vervangen door kei wegen. Spreker zou wenschen te vernemen, wat hiervan de oorzaak is. De heer Van Dam antwoordt hierop, dat dit meestal ge schiedt op verzoek van gemeentebesturen en verder met het oog op de groote kosten van onderhoud. Het voorstel van den heer Rombouts wordt alsnu in stem ming gebracht, doch verworpen met 15 tegen 3 stemmen. Tegen stemden de heeren Sassen, Lijdsman, Reigersman, Teychiné, Yerschraage, Van Hal, Scheltus, Heijlaerts, Witsenborg, Van Dam, Bloemarts, Slechtriem, Staal, Rees en de voorzitter.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1899 | | pagina 370