378 25 November 1899. De lieer Teychin vraagt, of bij de vaststelling der beloo ning als opzichter van liet materieel met liet traktement als bode is rekening gehouden- De voorzitter antwoordt hierop, dat de titularis nog steeds bodediensten verricht, zoodat het noodzakelijk is den post te behouden. Waartoe zonder verdere bedenking besloten wordt. Volgnummer 124, art. 10. „a. Met genoegen werd door de leden van een der afdeelin- „gen opgemerkt, dat deze post verminderd is." Hoofdstuk VI. Volgnummr 137, art. 9. „De meerderheid uwer commissie is het met een der af- deelingen volkomen eens, dat streng toezicht worde gehou- „den op de uitgaven bij dit artikel bedoeld. Het vermoeden „schijnt niet ongegrond, dat, nu de gemeente die schoolbe- „hoeften betaalt, bij het aanschaffen daarvan minder ernstig „wordt nagedacht." Antwoord. „Burgemeester en wethouders zullen zich onledig houden „met het beramen van maatregelen tot tegemoetkoming aan „de gemaakte bedenking. „Intusschen dient opgemerkt dat het vorig jaar begroot „was f 3039,78 en uitgegeven werd f 2228,225." Beide posten worden achtereenvolgens zonder be denking goedgekeurd- Volgnummer 142, art. 14. „Voor verschillende leden was het niet duidelijk wat te

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1899 | | pagina 378