382 25 November 1899. „Do werkzaamheden dier commissie op liet punt van wa- „ter-onderzoek, naar aanleiding van art. 31 der verordening „regelende de bouwpolitie, valt zeer te loven. „Mocht de raad dit verlangen, dan zal de gemaakte be- „merking aan de gezondheidscommissie worden medegedeeld." Na eene korte toelichting door den voorzit ter met betrekking tot het wateronderzoek, wordt de onderwerpelijke post goedgekeurd. ONTVANGSTEN. Hoofdstuk I. Volgnummer 7, art. 1. „Vele leden meenen, dat de hondenbelasting meer zou kun- „nen opbrengen, daar er vele honden schijnen gehouden te „worden, waarvan geen belasting wordt betaald. Eenigen „wenschten de belasting te verhoogenwellicht zoude daar- „door de klacht verminderen over het rondloopen van hon- „den met huidziekten- „Uwe commissie maakt evenwel bezwaar om de belasting „te verhoogen en vreest, dat de verhooging allicht het ont duiken van de belasting in de hand zal werken." Antwoord. „De uitkomsten tot dusver van de hondenbelasting over „het loopende jaar zijn zeer bevredigend. Reeds f 1799, „is over 1899 ontvangen. „Door den betrokken ambtenaar wordt inderdaad scherp „toegezien op het ontduiken der belasting, welke, naar burge meester en wethouders het vorig jaar aantoonden, thans „ongeveer f 1000,meer opbrengt dan 10 jaar geleden. „Overigens deelen burgemeester en wethouders het bezwaar „der commissie van rapporteurs, dat het verhoogen der hon denbelasting niet gewenscht is-"

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1899 | | pagina 382