25 November 1899. 383 De heer Sassen vraagt, of aan art. 25 der algemeene po litie-verordening wel genoegzaam de hand wordt gehouden. Het veelvuldig onbeheerd loopen van honden, waarvan som migen aan huidziekten lijden, noopt spreker tot deze vraag en het was om die reden, dat hij de belasting wel zou willen verhoogd zien. De voorzitter antwoordt hierop, dat aan art. 25 der algemeene politie-verordening streng de hand gehouden wordt, hetgeen blijkt uit de omstandigheid, dat bijna iederen nacht onbeheerd losloopende honden worden opgevangen. Verhoo ging van belasting is niet gewenscht en het toezicht op ont duiking der belasting is inderdaad scherp. Hierop wordt de betrokken post goedgekeurd. Vervolgens brengt de voorzitter ter tafel a. den staat van begrooting der uitgaven ten behoeve der dienstdoende schutterij te Breda over 1900, zooals deze door burgemeester en wethouders is voorgedragen tot een bedrag van f 4536, b. de begrooting, dienst 1900, van het burgerlijk armbe stuur dezer gemeente, welke mede in de afdeelingen is onderzocht en waarop voorkomt eene subsidie uit de gemeentekas, ten bedrage van f 2600, Zonder bedenking worden beide begrootingen goedgekeurd. Ten aanzien van de begrooting sub b worden evenwel de heeren Van Hal en IngenHousz, respectievelijk voorzitter en lid van gemeld armbestuur, geacht niet tot het besluit te hebben medegewerkt. De voorzitter vraagt, of nog iemand eenige inlichtin gen verlangt, of sommige punten der begrooting wenscht te bespreken.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1899 | | pagina 383