■384
25 November 1899.
Dit niet het geval zijnde, verzoekt de voorzitter,
alvorens de behandelde begrooting der gemeente in stemming
te brengen, dat burgemeester en wethouders mogen gemach
tigd worden die wijzigingen in de begrooting te brengen, wel
ke voortspruiten uit de genomen besluiten.
Die machtiging zonder bedenking verkregen heb
bende, brengt de voorzitter vervolgens de ge-
heele begrooting met de daarin gebrachte wijzigin
gen in stemming, waarvan de uitslag is, dat zij met
algemeene stemmen wordt aangenomen.
B. Verslagen.
1. Door den heer Versöhraage wordt namens de com
missie, belast geweest met het onderzoek der begrooting van
ontvangsten en uitgaven van het oude-mannenhuis voor het
dienstjaar 1900, gerapporteerd, dat bedoelde begrooting door
de commissie is nagezien en daartegen geene bedenkingen
zijn gerezen, weshalve wordt voorgesteld gemelde begrooting
goed te keuren, zooals zij door het bestuur van het oude-man
nenhuis is aangeboden.
De voorzitter dankt de commissie' en in 't bijzonder
haren rapporteur voor het uitgebracht verslag en stelt voor,
overeenkomstig de conclusie daarvan, de onderwerpelijke be
grooting goed te keuren.
Waartoe besloten wordt.
De voorzitter en de heeren Van Hal en Van Don
gen, mede-bestuurders van het betrokken gesticht, wenschen
geacht te worden niet tot dit besluit te hebben medegewerkt.
2. De heer Sassen, alsnu het woord gevraagd en verkre
gen hebbende, wijst op den onhoudbaren toestand bij gelegen-