16 Decembeb 1899. 391 de Zandpoort naar het daartegenover gelegen pakhuis, lui dende gemeld prae-advies als volgt „Om daarop te dienen van prae-advies stelde uwe verga dering in onze handen een adres van H. H. Simons, firma „gebroeders Simons, alhier, vergunning verzoekende tot het „plaatsen van eene vaste overbrugging van zijne werkplaats „aan de Zandpoort naar zijn pakhuis, met den onderkant op „3,35 M. boven den beganen grond. „Bij ons is ingekomen een niet gedagteekend schrijven van „C. A. Claassen en een bezwaarschrift, d.d. 16 November „1899, tegen het maken der bedoelde overbrugging, van C. A. „Claassen-Van Rooij en C. Claassen-Feskens, hoveniers, ten „behoeve van hun bedrijf, uitgang hebbende in de Zandpoort. „Reclamanten meenen, dat aangezien het bedrijf van Si- „mons bovengenoemd reeds veel hinder voor het verkeer over „de straat (Zandpoort) veroorzaakt, die hinder nog meer be zwarend zal zijn, indien de brug op 3,35 M. boven de straat „komt en te laag zal zijn om met een flink geladen kar er on- „der door te rijden. Zij wijzen er op dat de inrijpoorten van „het voormalige fouragemagazijn aan de Jan van Polanen- „kade en Van het tegenwoordig fouragemagazijn aan den „Nijverheidssingel eene hoogte hebben van 4 M. Zij geven „vervolgens in overweging, indien de gevraagde vergunning „mocht worden verleend, a de hoogte te bepalen op minstens „4 M., en b de overbrugging in het rond gesloten te doen zijn „om eventueele ongelukken (b.v. het vallen van hout onder „het doorrijden) te kunnen voorkomen. „Bij onderzoek is gebleken, dat de door reclamanten ge- „noemde inrijpoorten werkelijk eene hoogte hebben van 4 „M., doch dat het magazijn aan den Haagdijk, waarin thans „het hooi voor de militairen-paarden wordt opgeborgen, een „inrij heeft van 3,38 M. hoogte, terwijl de inrijpoorten van „verreweg de meeste hovenierderijen nog minder hoogte heb- „ben. „Adressanten meenen, dat het overbrengen van hout toch

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1899 | | pagina 391