A. VERORDENING tot heffing van vergoedingen
voor diensten door den dienst der ge
meente-reiniging bewezen.
18 Februari 1899.
39
Artikel 1.
Het ruimen van secreet- of privaatputten geschiedt kosteloos
tot een maximum van drie M3 per jaar en per gezin door
middel van de pneumatische werktuigen der gemeente; voor
meerdere hoeveelheid tegen betaling van f%per M3.
Voor kazernes, fabrieken, gestichten en dergelijke inrich
tingen worden vijf inwonende of tien gedurende den dag
aldaar verblijvende personen als één gezin aangemerkt.
Voor het pneumatisch ledigen der zink- of rioolputten is
voor den eersten tender of bak van 1 '/2 M3 3,verschul
digd, voor eiken volgenden f 2,gedeelten van een tender
of bak voor een geheelen te berekenen.
Art. 2.
Voor de privaten, die volgens het op den 1. Januari 1878
ingevoerde verbeterde tonnenstelsel zijn ingericht, zullen de
benoodigde tonnen of emmers vanwege de gemeente in
gebruik gegeven en regelmatig verwisseld worden tegen eene
vergoeding van:
a. f 1,per jaar voor elke dier tonnen of emmers, wan
neer de verwisseling niet meer dan tweemaal per
week geschiedt, en bovendien
b. ƒ1,per jaar voor elke verwisseling, die meer dan
tweemaal per week geschiedt.
Art. 3.
Voor het gebruik en het weghalen of verwisselen der in
deze verordening bedoelde tonnen of emmers, wanneer dit
slechts nu en dan voor korten tijd plaats heeft, is by de
plaatsing ƒ0,50 en voor elke verwisseling of bij weghaling
ƒ0,10 per ton of emmer verschuldigd.