11 Maart 1899. 59 »worden weggebroken en het licht wordt benomen van een «raam dienende voor verlichting van de benedengang en »twee ramen dienende voor verlichting van den boven- «corridor der kazerne. Deze lichtramen zijn eveneens op de bij dit contract behoorende teekening aangegeven. »In 1879 tijdens het verzoek tot aankoop van een der «contreforten der kazerne is door eene raadscommissie een «uitvoerig onderzoek ingesteld, welke rechten de gemeente, »als eigenaresvan de kazerne der marechaussee buiten »het gebouw kan doen gelden. »Dit onderzoek heeft niets omtrent de eventueel vermeende «rechten aan het licht gebracht en is alstoen besloten tot «verkoop van het bedoelde contrefort, waarna de toenmalige «eigenaar tegen de kazerne bergplaatsen heeft gebouwd «waarvan de ingenomen muurvlakken met eene zwarte argure «op de bij het ontwerp-contract behoorende teekening zijn «aangegeven. «Aannemende derhalve, dat de gemeente, als eigenares «van de kazerne der marechaussee, buiten dat gebouw geen «rechten kan doen geldendan kan o. i. ook niet worden «beletdat adressant tegen dat gebouw een ander gebouw «opricht, al worden dan ook lichtramen betimmerd, en dan «bestaat er, met het oog op de meer dan gewone dikte der «muien van de kazerne, geen bezwaar het verzoek toe te «staan en aan den adressant, tegen betaling, het recht van «inbalken te verleenen. De door inbalken en tegenbouwen «in te nemen muurvlakken zijn met eene roode argure op «de bij het contract behoorende teekening afgebeeld. «In sub 3° van de ontwerp-overeenkomst is voorzien op «welke wijze door en ten koste van den adressant moet «worden tegemoet gekomen aan het gemis van verlichting «van de benedengang en bovencorridor van de kazerne, «terwijl sub 5° regelt de wijze van afvoer van het dakwater «der kazerne, welke over eene lengte van 8,59 meter, «wegens het bouwen van den adressant, wordt verbroken. «Ten aanzien van den koopprijs voor het af te breken «contrefort en het recht van inbalken valt op te merken «dat de oppervlakte muur van het kazernegebouw, waarin

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1899 | | pagina 59