11 Maart 1899. 62 meld congres, hetwelk alhier op 13, 14 en 15 Juni 1899 zal gehouden worden. Het openbaar belang, bij deze zaak betrokken achtende, geven burgemeester en wethouders in overweging de ge vraagde subsidie van 300,toe te staan. Niemand der leden over dit onderwerp het woord verlangende, wordt besloten overeenkomstig het voorstel van burgemeester en wethouders, en dit bedrag gebracht ten laste van hoofdstuk VIII, art 1 (onvoorziene uitgaven), der begrooting voor 1899. 14. Prae-advies van burgemeester en wethouders alhier, d.d. 24 Februari 1899, n°. 335, met betrekking tot de voorwaarden van toelating van vrouwelijke leerlingen aan de inrichtingen voor hooger en middelbaar onderwijs alhier, luidende als volgt «In uwe vergadering van den 21. Januari 1899 werd be- «sloten voortaan zoowel op het gymnasium als op de hoogere «burgerschool, op nader door den raad vast te stellen voor swaarden ook vrouwelijke leerlingen toe te laten. «Ten aanzien dier voorwaarden hebben wij advies gevraagd «aan het college van curatoren van het gymnasium en aan »de commissie van toezicht op het middelbaar onderwijs «alhier, bij welke gelegenheid wij aan beide besturen den «geest hebben medegedeeld, die daaromtrent zich in uwe «vergadering heeft doen kennen «Wordt door curatoren van het gymnasium ontraden eene «verklaring van ouders of voogden te vorderen met betrek- «king tot het doel dat met het onderwijs beoogd wordt: «de commissie van toezicht op het middelbaar onderwijs «daarentegen kan zich met de verplichting tot het doen af- «geven eener zoodanige verklaring wel vereenigen. «Wat ons aangaat: wij gelooven niet, dat de bedoelde «verklaring eenig praktisch nut zal opleveren. Als het onder swijs niet wordt voortgezet, zullen wel altijd redenen daarvoor «bij te brengen zijn. (V.g.l. hieromtrent het vermelde in

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1899 | | pagina 62