64 dl Maart 1869. i>b de verordening op het openbaar middelbaar onderwijs haan te vullen en te wijzigen als volgt »1. Toe te voegen .- »»Wanneer geen genoegzame plaatsen beschikbaar zijn, »»hebben de jongens den voorrang van toelating boven de »»meisjes, in welke klasse ook; met de bepaling, dat, wanneer »»jongens in andere gemeenten en meisjes in de gemeente h»Breda wettelijke woonplaats hebbendezich aanmelden «laatstgenoemden den voorrang van toelating hebben.» »2. Artikel 10 te lezen: »»Slechts bij uitzondering, en niet dan in de 4lle en 5de klasse, »»kunnen, bij beslissing van de commissie van toezicht, jon- Mgelieden, hetzij jongens of meisjes, die aan de lessen in «enkele vakken verlangen deel te nemen, daartoe worden »»toegelatenmits ook zij van voldoende kennis doen blijken »»en voor zooverre hunne of hare toelating niet aan de be- »»langen van het onderwijs schaadt.» »3. Toe te voegen aan art. 20: »»Leerlingen, die twee achtereenvolgende malen niet ge- »»slaagd zijn bij overgangsexamen of eindexamen, behoeven »»eene speciale vergunning van de commissie van toezicht om »»het onderwijs verder te mogen bijwonen.» »Het voorstel der betrokken commissie om in verband smet de toelating van vrouwelijke leerlingen, in het gebouw »der hoogere burgerschool een wachtkamer met afzonderlijk »closet, uitsluitend voor de vrouwelijke leerlingen, in ge »reedheid te doen brengen, rekenen wij te behooren tot een »deel der uitvoering van uw voornoemd besluit van 21 Januari 1899. »Voor vrouwelijke leerlingen van het gymnasium is op dit »punt reeds eene regeling getroffen.» De voorzitter stelt deze zaak aan de orde.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1899 | | pagina 64