6
21 Januari 1899.
c. tot verhooging van hoofdstuk II, afdeeling IV, art. 5a
der ontvangsten (opbrengst van rechten wegens door
of vanwege het gemeentebestuur verstrekte diensten),
met /'500,en tot verhooging met gelijk bedrag van
hoofdstuk VII, art. 30 der uitgaven (rechten van door
of vanwege het gemeentebestuur verstrekte diensten).
d, om af te schrijven van hoofdstuk VIII, art. 1 (onvoor
ziene uitgaven), der begrooting voor 1899, een bedrag
van f 100,en deze som over te schrijven op hoofd
stuk I, art. 5 (jaarwedden van de ambtenaren ter
secretarie).
Zonder bedenking worden bedoelde ontwerp-be-
sluiten goedgekeurd.
4. Door burgemeester en wethouders worden ter vast
stelling aangeboden, overeenkomstig de bepalingen der ver
ordening op de heffing van een recht voor het gebruik van
den openbaren gemeentegrond, vastgesteld den 7den Sep
tember 1897 en goedgekeurd bij koninklijk besluit van 11
Januari 1898, n°. 8, de volgende kohieren, als:
a. wegens aanwezige kluizen en andere in of onder den
openbaren gemeentegrond gemaakte inrichtingen, op
gemaakt krachtens art. 2 sub O dier verordening,
ten bedrage van f 46,
b. wegens aanwezige beerputten in den openbaren ge
meentegrond, opgemaakt krachtens art. 2 sub D dier
verordening, ten bedrage van f 12,25;
c. wegens aanwezige spoorstaven in of op den openbaren
gemeentegrond, opgemaakt krachtens art. 2 sub E
dier verordening, ten bedrage van f 68,15.
Zonder bedenking worden bedoelde belasting-ko
hieren goedgekeurd.
5. Schrijven van burgemeester en wethouders alhier, d.d.
5 Januari 1899, n°. 34, daarbij voorstellende om aan den
hoofdagent van politie H. van der Wal, die sedert het