11 Maart 1899. 71 Het komt den heer Van Dam voor, dat de vorige spreker meer het oog gevestigd heeft op de details, doch dat zeer goed in openbare vergadering reeds eene hoofdbeslissing kan worden genomen. Vooral geldt hier de vraag, of de ge meente zal leveren aan particulieren, dan wel aan de maat schappij. Deze vraag kan gevoegelijk in eene openbare vergadering behandeld worden en de uitslag daarvan zou wellicht eene geheime zitting overbodig kunnen maken. Voor de maatschappij is bovendien eene spoedige beslissing zeer gewenscht. De heer Bloemarts zegt, dat het volstrekt niet in zijne bedoeling ligt, om door uitstel de maatschappij te dupeeren. Doch ook ten opzichte van de hoofdbeslissing, waarop de vorige spreker doelt, komen argumenten te pas, die hij niet in openbare vergadering zal bekend maken. De vergadering wordt alsnu geschorst, waarop deze over gaat in eene met gesloten deuren. Na heropening der vergadering worden de ontwerp-voor- waarden, zooals die door burgemeester en wethouders en de commissie van bijstand in het beheer der gasfabriek en waterleiding zijn voorgesteld, behoudens eventueel daarin door de rechtsgeleerden uit den raad te brengen redactie wijzigingen, welke nader aan de goedkeuring van den raad zullen worden onderworpen, in stemming gebracht en aan genomen met 11 tegen 7 stemmen. Vóór stemden de heeren Bloemarts, Slechtriem, Staal, Sassen, Rombouts, Van Hal, Scheltüs, Teychiné, Verschraage, Witsenborg en de voorzitter. Tegen waren de heeren Rees, Lijdsman, Van Dongen, Reigersman, IngenHousz, Heijlaerts en Van Dam. 17. Brieven van de gedeputeerde staten in Noord-Brabant, geleidende adressen van personen, die beroep hebben inge-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1899 | | pagina 71