84 1 April 1899. houders gesteld, niet kan vereenigen. Voornamelijk geldt bij hem als bezwaar, dat de woningen aan de noordzijde, volgens het plante dicht gebouwd worden bij de woningen van Bruijns aan de Leuvenaarstraat. Daardoor wordt een niet gewenschte toestand geschapen. Daarbij komt nog, dat de gemeentegrond, gelegen binnen de rooilijn aan de Leuvenaarstraat, aan de aangrenzende eigenaren tegen zeer geringen prijs in koop wordt afgestaanonder verplichting evenwel, dat alsdan woningen van minstens twee verdie pingen worden gebouwd. Deze maatregel is getroffen ter bevordering van de hygiënische toestanden en door daan an de hand te houden, begint de Leuvenaarstraat in goede conditie te komen. Spreker acht het derhalve niet in het voordeel dier straat, dat daar achter arbeiderswoningen worden gebouwd met een huurwaarde van ongeveer één gulden. Ten einde echter aan de bezwaren eenigszins tegemoet te komen stelt spreker als amendement op het voorstel van burgemeester en wethouders voor, dat de vergunning slechts verleend worde tot het bouwen van dertien woningen en dat mitsdien de beide op de noordzijde van plan C aange duide woningen komen te vervallen. De voorzitter geeft in overweging omin verband met dit voorstel deze zaak aan te houden tot een volgende vergadering, ten einde de leden de gelegenheid te geven ter plaatse een onderzoek in te stellen en alzoo het nemen van de meest gewenschte beslissing te vergemakkelijken. Zonder bedenking wordt hiertoe besloten. 9. Prae-advies van burgemeester en wethouders alhier, d.d. 29 Maart 1899, n°. 484, op het adres van jhr. R. F. M. A. de Roij te Teteringenverzoekende met een riool te mogen aansluiten nabij huize Wilhelmina, luidende gemeld prae advies als volgt »Om prae-advies werd in uwe vergadering van 11 Maart 1.1. »A n°. 3, in onze handen gesteld een adres van jhr. Rudolf

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1899 | | pagina 84