8
21 Januari 1899.
geene mindere hoogte dan acht meter boven de kruin
der straat mogen hebben;
dat, wanneer de kooper of zijne rechtverkrijgenden
aan een der hiervoor gestelde voorwaarden niet moch
ten voldoen, zij, na op hunne kosten in gebreke
te zijn gesteld, voor eiken dag verzuim eene boete
zullen verbeuren van een gulden ten behoeve der
gemeente Breda;
dat de betaling der koopsom zal geschieden bij
de onderteekening der koopakte ten kantore en tegen
kwitantie van den gemeenteontvanger; en
dat de kosten van zegel, leges, registratie, over
schrijving in de openbare registers en alle andere,
op deze verkooping vallende, ten laste zijn der
koopers.
7, Adres van Johannes Schets te Prinsenhage, verzoe
kende voortzetting der onderhandsche verhuring van
a. het jaagschippershuis met paardenstal en schuur, staande
te Prinsenhagewijk D, n°. 240;
b. de woning met stal, staande te Slikgat, onder Prin
senhage, wijk D, n°. 158;
c. het genot van het grasgewas op het Trekpad, loopende
van de voormalige Waterpoort onder Breda tot het
Slikgat nabij Terheyden.
De voorzitter zegt, dat bij burgemeester en wethou
ders geene bezwaren bestaan aan het verzoek van adressant
te voldoen.
Zonder bedenking wordt alsnu besloten aan J.
Schets voornoemd opnieuw voor den tijd van drie
jaren, ingaande 1 Mei 1899, onderhands te ver
huren het hiervoor sub a, b en c omschrevene,
tegen eene jaarlijksche huursom van drie honderd
gulden en verder onder de daarvoor reeds vroeger
vastgestelde voorwaarden.