90 1 April 1899. niet met twee maten moet worden gemeten. Waar een maal een begin is gemaakt, om aan een ander gedeelte, eveneens in de onmiddellijke nabijheid der gemeente, voor- deelen toe te kennen, daar is het plicht, ter wille der con sequentie, ook dit verzoek in te willigen. De heer Sassen, het vermoeden uitsprekende, dat de vorige spreker doelt op het verstrekken van gas en water aan de Bredasche bouwgrondmaatschappijwijst eropdat deze levering door hem beschouwd wordt als een voordeel voor deze gemeente en alzoo niet te vergelijken is met het onderwerp, dat thans een punt van behandeling uitmaakt. Het voorstel van burgemeester en wethouders, in het hiervoor omschreven prae-advies uitgedrukt en strekkende, om het verzoek van adressant onder de daarbij genoemde voorwaarden in te willigen, wordt alsnu in stemming gebracht en aangenomen met 15 tegen '2 stemmen. Vóór stemden de heeren Sleciitriem, Rees, Sassen, Lijdsman, Rombouts, Van Hal, Bloemarts, Van Dam, IngenHousz, Verschraage, Reigersman, Van Dongen, Scheltus, Heijlaerts en de voorzitter. Tegen waren de heeren Staal en Teyciiiné. 10. Prae-advies van burgemeester en wethouders alhier, d.d. 29 Maart 1899, n°. 483, op het adres van Ch. de Messemaker c. s. om verbetering der bestrating van de Keizerstraat, van den volgenden inhoud: »Bij uw besluit van den llden Maart 1.1., A, n°. 7, werd «om prae-advies in onze handen gesteld een adres van »Charles de Messemaker en andere bewoners van de Keizerstraatzich beklagende over den slechten toestand «der bestrating aldaar en verzoekende dat daarin verbetering «worde aangebracht. «Bij onderzoek is gebleken, dat de grief bestaat ten aan- «zien der bestrating van de trottoirs.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1899 | | pagina 90