96 1 April 1899. y>b. voor het water 30 cent per M3. «De betaling geschiedt maandelijks, op vertoon eener «daartoe strekkende opgaaf van verbruik en op quitantie »van den gemeente-ontvanger van Breda.» «Het is der maatschappij toegestaan tot tegemoetkoming «in de door haar te maken perceptiekosten, aan de afnemers «meer dan den voornoemden prijs in rekening te brengen. «Daarentegen is het der maatschappij verboden het in deze «overeenkomst bedoelde gas en water te verstrekken aan «anderen dan aan de bewoners der perceelen, gelegen langs «den verbindingsweg naar het Mastbosch voor zoover die op «den 15. Juli 1898 in de openbare registers ten name der «maatschappij bekend stonden. «Ingeval van brand en bij spuiing is de maatschappij ge- yhouden daarvan onmiddellijk kennis te geven aan den directeur «der gasfabriek en waterleiding te Breda. Art. 7. «Binnen zes maanden na de dagteekening van deze over- «eenkomst en vóór dat met de werkzaamheden door de ge- »meente Breda wordt aangevangen, wordt door de maat- »schappijin handen van burgemeester en wethouders van »Breda, gestort een kapitaal groot vijf duizend gulden in «Nederlandsche staatseffecten. «Dit kapitaal en de coupons daarvan vervallen aan de «gemeente Bredawanneer door de maatschappij gehandeld «wordt in strijd met een of meer der voorwaarden, vervat «in deze overeenkomst, en strekken in het bijzonder tot «verhaal der kosten van geheelen of gedeeltelijken aanleg der «werken door de gemeente Breda «5. van de voor de levering van gas en water verschul- «digde gelden, alsmede van de bij artikel 5A be- «doelde meterhuur »c. van alle schade, die de gemeente zou kunnen lijden «door tekortkomingen, misbruiken of wat anders ook, «veroorzaakt door de maatschappij, of door hare

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1899 | | pagina 96