24 Maart 1900.
101
cessie te verleenen volgens de primitief aangegeven route,
hij volgaarne genegen is, die route te wijzigen en eene con
cessie te aanvaarden langs do volgende wegenWilhelmina-
straat (westzijde), Nieuwe Ginnekenstraat (oostzijde), Van
Coothplein, Ginnekenstraat tot aan Karrestraat (desverkie-
zende op afzonderlijk te leggen platte rails), Karrestraat,
Torenstraat, Havermarkt, Zoutstraat, Gasstraat, Nieuwe
Prinsenkade, Spoorstraat naar het station Breda (desverkie-
zende in plaats van Zoutstraat of Gasstraat langs de Nieuwe
Prinsenkade).
De voorzitter geeft in overweging deze zaken geheel
afzonderlijk te behandelen en stelt allereerst voor, om, over
eenkomstig het prae-advies, aan de heeren N. J. Beversen
en J. van Heurn te 's Gravenhage de gevraagde concessie te
verleenen voor den aanleg en de exploitatie van een electri-
sche tram van het station Breda in de richting naar Gin-
neken met een zijtak naar Tilburg.
Op een vraag van den lieer Teychiné of niet bepaald moet
worden, dat, de concessie zal worden verleend tot ultimo De
cember 1913 en of niet een tijdstip behoort te worden aan
gewezen, waarop de concessie moet zijn aanvaard, antwoordt
de voorzitter, dat de concessie wordt verleend onder
nader vast te stellen voorwaarden en dat een en ander bij
de voorwaarden zal worden geregeld.
Het voorstel des voorzitters wordt alsnu in stem
ming gebracht en met algemeene stemmen aangenomen.
Alsnu stelt de voorzitter aan de orde het tweede ge
deelte van het prae-advies sub a, strekkende om aan den
heer E,. de Bruijne te Ginneken de gevraagde concessie voor
een paardentram te verleenen vanaf den boulevard Breda-
Mastbosch tot aan het Van Coothplein.
Do heer Reigersman meent, dat deze zaak coliaerent is
met de adressen van den heer Küijtenbrouwer en geeft mits-