ONTWERP. 21 April 1900. Tegenwoordig de lieeren H. A. SASSEN, J. LIJDSMAN, B. C. VAN DONGEN, jhr. mr. A. REIGERSMAN, J. J. L. TEYCHINÉ, A. J. A. VERSCHRAAGE, W. G. H. ROM- BOUTS, J. A. J. W. VAN HAL, mr. W. INGENHOUSZ, A. P. SCHELTUS, F. J. M. HEIJLAERTS, J. H. WIT- SENBORG, mr. M. P. M. VAN DAM, W. J. SLECHT- RIEM, L. A. M. VAN MIERLO, L. J. STAAL, A. J. REES en E. H. A. GULJÉ, burgemeester, voorzitter. Afwezig de heer mr. P. BLOEMARTS. De voorzitter, de vergadering geopend hebbende, deelt mede, dat is ingekomen een schrijven van den heer mr. Bloemarts, berichtende, dat hij door ambtsbezigheden ver hinderd is deze vergadering bij te wonen. De voorzitter zegt, dat de notulen van het verhan delde in de vergadering van 24 Maart 1900, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 8 van het reglement van orde voor den gemeenteraad, ter inzage voor de leden hebben gelegen en hun bovendien in afschrift zijn toegezonden en vraagt, of iemand der leden alsnog voorlezing daarvan verlangt, of eenige bemerkingen daartegen in het midden heeft te bren gen. Dit niet het geval zijnde, worden de notulen van voormelde vergadering, goedgekeurd en vastgesteld.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1900 | | pagina 109