21 April 1900.
117
9 April 1900, no. 566, houdende een voorstel tot benoeming
van stembureaux bij de a. s. verkiezing van leden-patroons
cn leden-werklieden voor twee te Breda op te richten ka
mers van arbeid, luidende dit schrijven als volgt
,,Bij koninklijke besluiten van 30 September 1899, nos. 29
„en 30 is bepaald, dat te Breda zullen worden opgericht twee
„kamers van arbeid, te weten
„ééne voor de bouwbedrijven, en
„ééne voor de voedings- en genotmiddelen,
„welker gebied zich mede zal uitstrekken over de gemeenten
,.Teteringen, Ginnelten en Prrncenhage, alsmede dat elke ka-
„mer zal bestaan uit vijf leden-patroons en vijf leden-werh-
lieden.
„In verband daarmede is door den minister van water
staat, handel en nijverheid vastgesteld, dat de verkiezing
„dier leden zal plaats hebben op
„Dinsdag, 29 Mei e. li.
„en do herstemming, zoo noodig, op
„Dinsdag, 12 Juni d. a. v.
„Volgens art. 28 van het kiesreglement voor de kamers
„van arbeid geschiedt de verkiezing ten overstaan van het
„stembureau, bestaande uit drie leden, van wie de eerstbe-
noemde voorzitter is, terwijl volgens art. 16, 3e alinea, der
„wet op de kamers van arbeid de leden van het stembureau
„en hunne plaatsvervangers door den gemeenteraad uit zijn
„midden worden benoemd.
„Er zijn te benoemen drie stembureaux, te weten
„één voor de verkiezing van leden-patroons in beide vak-
„ken
„één voor de verkiezing van leden -werklieden in de bouw-
bedrijven
„één voor de verkiezing van leden -werklieden in de voe-
„dings- en genotmiddelen.
„Wij hebben de eer u voor te stellen deze bureaux samen
„te stellen als volgt
